Schaam ik mij voor mijn heteroseksuele relatie?
Of: ís heteroseksualiteit iets om je voor te schamen?
We hadden het over onze haat-liefdeverhouding met Instagram. Terwijl zij soep maakte in haar nieuwe keuken, vertelde ik aan haar ronde keukentafel over mijn meest recente Instagramdilemma: een vriendin had een foto van mij en mijn lover J voor de kerstboom als story gedeeld. Het was zo’n foto die ik zelf al meteen een beetje te ‘echt’ vond. Ten eerste: die kerstboom. Ten tweede: de vermoeidheid en honger op mijn gezicht. Toch had ik de story gedeeld, om die een half uur later weer te verwijderen.
‘Ik schrijf al over mijn persoonlijke leven’, was mijn verweer, ‘ik wil niet dat lezers daar een echt beeld bij hebben’.
‘Maar jij schaamt je ook wel een beetje voor je heteroseksualiteit, toch?’, vroeg mijn vriendin al roerend in de soep.
Schaam ik mij voor mijn heteroseksualiteit?
De vraag bleef de dagen erna maar in mijn hoofd hangen. Schaam ik me echt?
Mijn geschiedenis is niet alleen heteroseksueel, en belangrijker: ik voel me niet per se een heteroseksueel; mijn seksualiteit voelt dynamischer dan één label. Ik geloof dat je een relatie kunt hebben met de ene gender, maar daarnaast ook intieme (en seksuele) relaties kunt hebben met andere genders. Maar ja, mijn huidige situatie is wél heteroseksueel, want ik heb als cisvrouw een liefdes- en seksuele relatie met een cisman.
En waar die vriendin gelijk in had: ik voel weerstand om die ‘situatie’ te delen. Vooral in foto’s, waar het verschil tussen heteroseksualiteit en heteronormativiteit lastig te bespeuren is. Er wordt al een hele lange tijd heel veel propaganda gemaakt voor het heteronormatieve leven – waar de heteroseksuele relatie onderdeel van is – en ik weet hoeveel geweld, onderdrukking en leed heteronormativiteit veroorzaakt. Daarom wil ik de heteroseksuele relatie, die daar onherroepelijk deel vanuit maakt, niet verder normaliseren, en zeker niet romantiseren. Dat gebeurt al op zoveel plekken. Dus verdoezel ik ‘m liever. Liever romantiseer ik de liefde tussen vrienden of niet-normatieve romantische liefdes.
Natuurlijk is heteronormativiteit het echte probleem; die dwingt mensen in traditionele rolpatronen te leven. Heteroseksualiteit op zich is het probleem niet. Maar hetero’s, of mensen met een heteroseksuele relatie, moeten wel aan het werk.
Heteronegativiteit
Er is een officieel woord voor alle hetero’s die zich schamen voor hun heteroseksuele voorkeur: heteropessimisme – een term bedacht door Asa Seresin. Meestal zijn dit heteroseksuele vrouwen (of vrouwen met een heteroseksuele relatie) die bijvoorbeeld zeggen dat ze ook liever een romantische of seksuele relatie met een vrouw hadden gehad; dat ze ook wel weten wat voor horken (hetero)mannen zijn; dat ze weten dat ze de status quo in stand houden met hun liefdesrelatie, maar ja, het is nou eenmaal hun seksuele voorkeur – ze kunnen niet anders.
Je kunt zeggen dat dit bewustzijn; deze heteropessimistische houding, ergens goed voor is: deze mensen zijn zich bewust van de ongelijkheid (van inkomens, orgasmes, leed) die vaak ín heteroseksuele relaties sluipt, alsmede het leed dat deze relatie veroorzaakt in de buitenwereld (discriminatie van andere seksuele voorkeuren, seksisme etc.).
Maar het gevaar van heteropessimisme is dat het persoonlijk blijft en je geen verantwoordelijkheid neemt. Niet voor de eventuele ongelijkheid in je eigen heteroseksuele relatie(s), maar ook niet om heteroseksualiteit ‘beter’ te maken; om heteronormativiteit uit je relatie en de maatschappij te helpen.
Politiek gezien hebben we dus meer aan hetero-optimisme: hetero’s, of mensen met een heteroseksuele relatie, die zich schuldbewust zijn van heteronormativiteit bínnen (hun) heteroseksuele relaties en in de maatschappij, maar ook de positieve dingen durven te benoemen van heteroseksualiteit en hetero-relatie’s.
De feministische relatie?
Een tijdje geleden sprak ik met de geweldige Tessel van Zweege over dit onderwerp. Ik had net haar belangrijke boek Femicide: tot de dood ons scheidt gelezen en bewonder haar expressie op sociale media. Ik dacht dat ik een boek over het onderscheid tussen heteronormativiteit en heteroseksualiteit wilde schrijven; een soort handboek voor hetero’s en mensen met een heteroseksuele relatie die actief heteronormativiteit tegen willen gaan. Ik had het idee dat er een term nodig was voor die mensen, om houvast te bieden. Ik vroeg Van Zweege dus: hoe zouden we een heteroseksuele relatie kunnen noemen die niet heteronormatief is?
‘Die is er al toch,’ antwoordde zij, ‘feministisch’.
De term bestaat allang. (Einde boekidee.)
In een feministische (heteroseksuele) relatie laten de geliefdes zich niet dwingen in traditionele rollen. Hun romantisch ideaal staat niet gelijk aan het heteronormatieve romantische ideaal; niet (per se) voor altijd monogaam, niet voor altijd gelukkig. Ik zie de feministische relatie vooral als een grijs gebied, waar niet teveel benoemt hoeft te worden. In een feministische relatie zijn de geliefdes ook bewust bezig hun (heteroseksuele) norm niet op te dragen aan anderen.
En toch zou een nieuw label ook lekker zijn, denk ik nog steeds weleens. ‘Ik ben …(nieuwe term)’, zodat mensen weten dat je je verzet tegen heteronormativiteit. In het Engels heb je bijvoorbeeld de woorden ‘straight’ en ‘heterosexual’. Iemand is straight als die persoon een heteronormatief leven leidt, iemand is heterosexual als diegene een seksuele voorkeur heeft voor iemand van het andere geslacht én schuldbewust is van heteronormativiteit.

Als heterosexual op de foto
Ik kan in de toekomst best letten op mijn heteropessimistische uitspraken, want met mijn feministische heteroseksuele relatie is namelijk niks mis. (Integendeel.) Daarnaast ga ik broeden op hetero-optimisme, en vooral: hoe die te vangen in beeld.
PS Mijn goede vriend Monte zegt dat je niet buiten de norm kan (willen) vallen, én tegelijkertijd nooit ongemak kan ervaren. Dus omarm ook het ongemak, heterosexuals. Blijkbaar klim je ergens uit.
Lees- en luistertips:
Asa Seresin bedacht de term ‘heteropessism’ in dit goede essay in 2019. Seresin denkt dat heteropessisme vooral zorgt dat we de verlangens van vrouwen (opnieuw) verbergen. Het weerhoudt vrouwen namelijk om uit te spreken wat ze wel leuk vinden aan mannen. Hierin wordt ook:
Deze podcast why do i like men van Harron Walker getipt. Zelf nog niet geluisterd, maar klinkt geweldig.
Dit onderzoeksteam bedacht de term ‘hetero-optimism’ en wijden deze hele website aan hoe we van hetero-pessimisme naar hetero-optimisme kunnen toewerken.
altijd dankbaar voor jouw schrijven Daan ! ! ! een vergelijkbaar dilemma: mn vriend vierde zijn verjaardag en we bleven over met drie stelletjes en één single vriendin. in eens keek zij om zich heen en zei, ‘ik dacht dat jullie Queer waren ? maar dit is de meest heterobedoeling waar ik tijden mee omringd ben geweest.’ de drie stelletjes (mijne incluis) bestaan allemaal Queer afab mensen/Queer cisvrouwen en transmasculiene mensen/-mannen, twee van de drie relaties zijn monogaam (waaronder de mijne). haar opmerking bleef langgg bij mij hangen (vooral omdat ze het tot twee keer toe herhaalde wanneer ze weer bij ons thuis was) ik vind het moeilijk om mn relatie als heteroseksueel te zien, alles voelt Queeeeeerrrrr, zacht en subversief maar haar ongelijk bewijzen voelde ook stom. bovendien benadrukte mijn vriend later dat de wereld zo anders (vooral onveilig) voor hem is als transman, desbetreffende vriendin keek daar ook wel makkelijk overheen. daarnaast voelt mijn seksualiteit vele malen gelaagder dan ‘ik ben een vrouw met een vriend.’ toch had ik geen weerwoord voor haar ?! en; js een weerwoord nodig ? (mijn vriend z’n analyse: ze date alleen maar met gare cis hetero mannen en is jaloers 😅)